Direct naar content gaan
 

Wat is curatieve bestrijding?

Als de processierupsen hun brandharen hebben ontwikkeld, maakt preventieve bestrijding plaats voor curatieve bestrijding. Wat houdt dat in?

Stadia

Biologen en professionele deskundigen delen de levensloop van de rups in met ‘larvale fasen’. Vanaf larvale fase L4 (na de derde vervelling) krijgen processierupsen de brandharen die overlast geven. Ze zijn dan ongeveer 12 mm. groot en hebben oranje stippels op hun rug. Vanaf dat moment vervellen de rupsen nog twee keer. Elke keer neemt de overlast door de brandharen toe. Dat komt omdat naast de vervelde rups die nieuwe brandharen heeft ook de achtergelaten vervellingshuid nog  brandharen bevat. Ook reageert de rups steeds heftiger op zijn omgeving naarmate hij groter wordt. Hij vuurt dan brandharen af om zich te verdedigen.

Stoppen met bacteriepreparaat

Curatieve bestrijding start als de processierups stadium 4 heeft bereikt. Voor die tijd moet de preventieve bestrijding met bacteriepreparaat stoppen. De bomennevelspuiten waarmee het bacteriepreparaat wordt gespoten, verplaatsen 300 m³ lucht per minuut. Op die luchtstroom kunnen brandharen zich makkelijk over de omgeving verspreiden. Spuitwerkzaamheden in deze fase kunnen daardoor zorgen voor extra overlast door brandharen.

Nesten verwijderen

Vanaf stadium L4 maken processierupsen hun nesten. Meestal zitten die bovenin de boom. De nesten zijn vanaf de grond moeilijk te zien. Vaak wijzen kaalgevreten bladeren rond het nest erop dat er een nest in de boom zit. Voor ‘kaalvraat’ van bomen zijn de processierupsen nog te klein. Andere rupsen (zoals voorjaarspanners, wintervlinders en eikenbladrollers) eten kunnen bomen al wel kaal vreten. Ze laten dan bruine verkleurde bladdelen achter. Naarmate de vervellingen toenemen worden de nesten groter, komen soms lager in de kroon te hangen en neemt zichtbaarheid toe.

Curatieve bestrijding houdt in dat de nesten worden opgezogen of weggeplukt. Het verzamelde materiaal moet op een speciale manier worden vernietigd. Gemeenten en andere beheerders voeren inspecties uit om te zien waar de nesten zich bevinden. Vaak worden plekken met veel risico’s voor overlast (zoals parken en kinderspeelplaatsen) een paar keer geïnspecteerd. De zichtbaar  groter wordende nesten geven dan de aanwezigheid van processierupsen aan. Het verwijderen van nesten gebeurt door specialisten en is gekoppeld aan voorzorgsmaatregelen. Meer daarover staat in de paragraaf 7.2 en 7.5 van de Leidraad van het Kennisplatform.

Gerelateerde berichten