Direct naar content gaan
 

Wat is preventieve bestrijding?

Voorkomen is beter dan genezen. Ook de overlast van processierupsen wordt preventief aangepakt. Dat gebeurt door de rupsen te doden voor ze de brandharen krijgen die zoveel gezondheidsklachten en overlast geven. Processierupsen ontwikkelen zich volgens vaste stadia. Dat geldt ook voor hun natuurlijke omgeving, zoals de bomen waarvan de bladeren uitlopen in het voorjaar. Bij elk stadium horen andere manieren van preventieve bestrijding. Vanaf het moment dat rupsen hun brandharen hebben ontwikkeld, is de bestrijding niet meer preventief maar curatief.


Nematoden (‘Aaltjes’)

In de allereerste fase, dus als de rupsen net uit het ei zijn, kan preventieve bestrijding met nematoden plaatsvinden. Nematoden zijn insectparasieten (van de soort Steinernema feltiae) die van nature in de Nederlandse bodem leven. Als de parasieten in de rupsen zitten, krijgen die een darminfectie. Daardoor ze stoppen met eten en sterven ze na 5 tot 10 dagen.

Gebruik: vroegtijdig

Preventieve bestrijding met nematoden moet zo vroeg mogelijk in het seizoen gebeuren. Zo blijven de effecten op andere organismen (waaronder andere rupsensoorten en insecten) zo beperkt mogelijk. Naarmate de rupsen groter worden neemt effectiviteit van deze manier van bestrijden af. Wanneer de rupsen brandharen krijgen (na de derde vervelling, 4 tot 5 weken nadat ze uit het ei komen) moeten nematoden sowieso niet meer worden gebruikt.

Het gebruik van nematoden heeft alleen zin als die op het juiste moment en op de juiste manier worden ingezet. Nematoden zijn gevoelig voor UV-licht. Ze kunnen daarom alleen maar ‘s avonds en ‘s nachts worden toegepast. Hoewel nematoden verkrijgbaar zijn in de handel, valt gebruik ervan door ondeskundige particulieren af te raden. Het middel moet terecht komen op de rupsen die meestal  in de bovenste kroonhelft van bomen zitten. Om het middel daar te krijgen is specialistische apparatuur nodig.

Biologisch, maar niet onschuldig

Nematoden zijn een biologisch bestrijdingsmiddel, maar ze zijn zeker niet onschuldig. Want naast eikenprocessierupsen doden de aaltjes ook andere insecten, waaronder rupsen van bedreigde vlindersoorten. Nematoden zijn gericht op insecten die een zachte huid hebben (softbody insecten). Daarom is de toepassing van nematoden gebonden aan voorschriften en regels en moet het middel niet meer dan noodzakelijk worden gebruikt: alleen als er geen andere oplossing tegen de overlast is. Voordeel van nematoden is wel dat ze na toepassing maar drie uur leven. Ook de negatieve effecten blijven daardoor beperkt. De boomeigenaar is verantwoordelijk voor het maken van de afweging tussen het gebruik van nematoden, een andere preventieve bestrijdingsmethode, of een vorm van beheer.

Bestrijding met bacteriepreparaat
Als het blad van eikenbomen verder uitloopt, kunnen rupsen preventief worden bestreden met een biologisch bacteriepreparaat. Daarbij eten processierupsen bladeren waarop een bacteriepreparaat is aangebracht dat dodelijk voor ze is. Omdat het middel via vraat in de rups komt  kan het bacteriepreparaat (Bacillus thuringiensis, of: BT) worden ingezet zodra de eikenboom zo’n 40-50 procent bladontplooiing heeft.  

Gebruik

Ook voor het gebruik van bacteriepreparaat (BT) gelden specifieke voorwaarden. Anders dan bij nematoden kan het middel wel 24 uur per dag worden toegepast en duurt het 1 tot 7 dagen voor het onder invloed van UV-licht is afgebroken. Ook de weersomstandigheden spelen een  belangrijke rol. De toepassing van BT moet zijn  afgerond voor de eikenprocessierupsen brandharen ontwikkelen.

Selectiviteit 

Het bacteriepreparaat tegen eikenprocessierupsen is heel selectief en gericht op de bestrijding van rupsen. Maar dat betekent dat ook andere rupsensoorten (en dus ook bedreigde vlinders) kans lopen te sterven door het eten van de bladeren. Daarom moet bacteriepreparaat zo weinig mogelijk worden toegepast, niet meer dan noodzakelijk om overlast te voorkomen. De boomeigenaar is verantwoordelijk voor de afweging tussen het gebruik van bacteriepreparaat of een vorm van beheer.  

Het werkingsspectrum van BT ligt op rupsen die het middel binnen krijgen door het eten van bladeren en tot de familie van de Lepidoptera (vlinderfamilie) behoren. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat bacteriepreparaat bedreigend is voor andere insecten zoals bijen, hommels, keverlarven, vliegen, wespen, wantsen en luizen. Ook op de gezondheid van vogels en andere grotere dieren heeft het middel geen negatief effect, direct of doordat ze de dode rupsen opvreten. Het gebruik van bacteriepreparaat verandert wel de voedselketen. Daardoor zullen sommige dieren moeilijker aan voedsel kunnen komen, wat pleit voor het gericht en zo beperkt mogelijk gebruik van het middel.

Meer informatie

Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) heeft een Q&A over BT opgesteld met extra informatie over gebruik en neveneffecten van het middel.

Gerelateerde berichten