Direct naar content gaan

Monitoring plaagdruk eikenprocessierupsen: tel mee!

De overlast door eikenprocessierupsen is afhankelijk van het aantal rupsen. Dat verschilt niet alleen sterk tussen gemeenten maar ook tussen buurten binnen een gemeente. Om de plaagdruk zo goed mogelijk te beheersen is het belangrijk om een overzicht te krijgen waar de meeste nesten van eikenprocessierupsen zijn: de plaagdrukmonitor.

Dit voorkomt onnodige bespuitingen en beperkt daarmee de ecologische schade. Boombeheerders kunnen tijdig maatregelen te nemen in gebieden waar de kans op overlast voor mens en dier hoog is, bijvoorbeeld in een recreatiegebied of langs een druk fietspad. 

Jouw waarnemingen zijn daarvoor dus waardevol!

Hoe werkt de plaagdrukmonitor?
Gemeenten en/of vrijwilligers tellen via een vaste methode bij minimaal 30 eiken in een buurt het aantal nesten van eikenprocessierupsen. Zie de tips bij het tellen hier onder. Dit geven zij door via een online formulier De gegevens worden daarna zichtbaar in de actuele Plaagdrukkaart.

Plaagdrukkaart eikenprocessierups
De landelijke plaagdrukkaart geeft per gemeente door middel van een kleur van groen (weinig rupsen) tot rood (veel rupsen) aan in welk percentage van de beoordeelde eiken nesten aanwezig waren. Door op de kaart in te zoomen wordt zichtbaar in welke buurten bomen zijn beoordeeld en hoe het percentage per buurt kan verschillen. Als je met de muis op een gemeente of op een buurt klikt dan zie je een overzicht bij hoeveel van het totaal aantal bomen dat beoordeeld is minimaal 1 nest is aangetroffen.

Tips het tellen van de nesten van eikenprocessierupsen

Houd bij het tellen van de nesten van de eikenprocessierups rekening met de volgende punten:

  • Gebruik een telformulier (zie voorbeeld) waarop je per boom aangeeft of er 1 of meerdere nesten in de boom zitten en hoeveel nesten van elke categorie: formaat van een tennisbal, een voetbal of een deken.
  • Doe de inventarisatie overdag. In de loop van de avond verlaten de rupsen in processie de nesten om boven in de boom te eten. Dan zijn de nesten en de omvang ervan moeilijker te zien. Neem in elk geval een verrekijker mee om ook hoger in de bomen te kunnen kijken.
    • Het is soms moeilijk om de hele boom te bekijken. Tel alleen de nesten die je kunt zien vanaf de grond. Voor het verkrijgen van inzicht in de plaagdruk is het niet heel erg als af en toe een nest gemist wordt.
      • Bekijk zo veel mogelijk bomen, bij voorkeur op verschillende plekken in de gemeente.
      • Eikenprocessierupsen krijgen meestal rond de maand mei brandharen. Houd daarom zo veel mogelijk afstand met de wind in de rug. Bedek je lichtaam zoveel mogelijk, denk aan je kleding en schoenen. Brandharen kunnen ook rondom de bomen op de grond en in het gras liggen. Deze brandharen kunnen uit oude nesten komen die niet verwijderd zijn of van nieuwe nesten die uit de bomen zijn gevallen.
      • Eiken staan vaak langs wegen. Let op het verkeer in de directe omgeving bij het tellen.