Direct naar content gaan
 

Eerste vlinders vliegen uit, naderend einde van het eikenprocessierupsseizoen

De eerste eikenprocessievlinders zijn uitgevlogen. Op 22 juli zijn de eerste vlinders in de feromoonvallen in Mill waargenomen. De warme omstandigheden zijn nu erg geschikt om een lange afstand te kunnen overbruggen. Als de vlinders eind september zijn uitgevlogen, is het tijd om de balans op te maken en voorbereidingen te maken voor het beheer van volgend jaar.

Vanaf begin april tot eind juni waren de rupsen in eikenbomen te vinden. Hier hebben ze volop voedsel tot zich kunnen nemen om compleet te kunnen ontwikkelen. Vanaf eind juni begonnen de eerste nesten te sluiten, hetgeen een indicatie is van het aanbreken van het popstadium. Nu zijn de eerste vlinders uitgevlogen en worden de eitjes in pakketjes afgezet voor het volgende jaar. Hoewel het pas tot volgend jaar zal duren tot er nieuwe rupsen uit het ei komen, blijven de achtergebleven brandharen in de nesten actief en een mogelijke bron van overlast.

Eikenprocessievlinders aan het drogen op het nest waarin ze zijn verpopt (Bron: Henry Kuppen)

Optimale weersomstandigheden voor de uitgevlogen vlinders

Momenteel zitten we in een periode met hoge temperaturen, hitterecords zijn zelfs gebroken. Deze omstandigheden zijn optimaal voor de eikenprocessievlinder. Tegen het begin van de warme avond komen de vlinders uit hun popomhulsel. Daarbij maken ze gaten in het nest om naar buiten te gaan. Op het nest laten de nog natte vlinders zich opdrogen en pompen ze hun vleugels op. Na enkele uren kunnen de vlinders vliegen. Eikenprocessievlinders hebben geen brandharen, maar aangezien ze net uit een nest vol brandharen zijn gekropen, kunnen deze zijn achtergebleven op de vlinder. Met deze warme temperaturen zullen er naar verwachting veel eitjes worden afgezet op eikenbomen.

Een vrouwtje eikenprocessievlinder met de bruinachtige tot geelgrijze voorvleugel, met dwarslijnen en een kleine middenstip in de vorm van een komma. (Bron: Henry Kuppen)

De eikenprocessievlinder is een nachtvlinder en vliegt dus vooral ‘s nachts. Algemeen nemen we aan dat mannetjes een afstand tot wel twintig kilometer kunnen overbruggen en vrouwtjes tot vijf kilometer. Mannetje zijn doorgaans iets kleiner dan de vrouwtjes. Een vrouwtje zal minder ver vliegen wanneer ze is bevrucht en er voldoende eiken in de buurt te vinden zijn. Ze legt haar eitjes alleen op eikenbomen: tot op heden is nog nooit eiafzet op een ander boomsoort vastgesteld. Een vrouwtje kan een eipakket met ongeveer 250 eitjes afzetten in de bovenste kroonhelft van een eik. Het vrouwtje kan haar eitjes ook verdelen over verschillende bomen om de overlevingskansen te spreiden en nieuwe gebieden te koloniseren. Warme, droge omstandigheden dragen bij aan de verspreiding; regenachtige omstandigheden kunnen de afstand van de vlucht beperken. Grote infrastructuren en wateren kunnen ook invloed hebben op de verspreiding van de vlinders. Zo heeft het tot het jaar 2000 geduurd voordat de vlinders vanuit het zuiden de grote rivieren overstaken. Onder andere snelwegen en rivieren kunnen dan ook een remmend effect hebben op de verspreiding van de soort.

Vrouwtjes verspreiden een sekslokstof, ofwel een feromoon, om mannelijke vlinders te lokken voor de voortplanting. Mannetjes hebben antennes op hun kop en registreren hiermee tot wel duizend meter afstand het vrouwelijke feromoon. Sinds 2009 wordt in Nederland een kustmatige geurstof gebruikt in feromoonvallen om mannelijke vlinders te lokken. Met deze vallen, hoog in bomen, kan een inschatting gemaakt worden van het aantal vlinders in een bepaald gebied. Met deze gegevens kan een trend worden waargenomen, waarop het beheer voor het volgend jaar kan worden afgestemd.

Locaties van feromoonvallen door Nederland in 2019 (Bron: Kenniscentrum Eikenprocessierups)

Beheer aan de hand van data

Beheer van de eikenprocessierups is een precies proces waarbij een aantal factoren de beheermaatregelen bepalen. Kijkend naar een compleet seizoen van de eikenprocessierups verandert de situatie na het voltooien van de levenscyclus tot vlinder niet meer tot na de winter. Dit betekent dat eind september alle ingrediënten aanwezig zijn om beheer voor het nieuwe seizoen te kunnen bepalen. De volgende factoren zijn bepalend voor het beheer:

  • Het aantal (oude) rupsennesten per boom en het formaat van de nesten is de meest belangrijke informatie over de actuele ontwikkeling van de eikenprocessierups in 2019 op boomniveau;
  • De gegevens zijn geen één-op-één vertaling voor de lokale afzet van eipakketten, maar geven wel een goed inzicht in de trend. Zo hebben we eind 2018 gemeld dat er drie maal zoveel vlinders (nationaal gezien gemiddeld 73 per val) gevangen waren als het jaar daarvoor. Bij langjarige toepassing neemt de waarde van deze monitoring verder toe;
  • Het geslacht eik, Quercus, is de voedselbron van eikenprocessierupsen. De hoeveelheid voedsel in een gebied is bepalend voor het mogelijke succes van de eikenprocessierups;
  • De mate waarin een omgeving gebruikt wordt door mens en/of dier is bepalend voor de mate waarin eikenprocessierupsen voor overlast zullen zorgen.

Landelijke bijeenkomst

Op 25 september staat een brede bijeenkomst over de eikenprocessierups gepland voor bestrijders, gemeenten en andere betrokken organisaties. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd door de samenwerkende partijen van het Kennisplatform Processierups. Tijdens deze bijeenkomst komen verschillende zaken aan de orde, zoals de stand van zaken, de oprichting van het Kennisplatform, resultaten van de monitoring, in te zetten bestrijdingsmethoden en de herziening van de Leidraad Eikenprocessierups. Naast verdere algemene informatievoorziening kunnen betrokken partijen in verschillende workshops een eerste invulling geven aan de uiteindelijke leidraad van 2020.

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Henry Kuppen, Terra Nostra; Hidde Hofhuis en Arnold van Vliet, Wageningen University; Mieke Siebers, Nature Today; Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Henry Kuppen (leadfoto: vrouwtje eikenprocessievlinder); Kenniscentrum Eikenprocessierups